Taal
Taal
Taalontwikkelingsstoornis (TOS)
Vertraagde spraak en taalontwikkeling
Afasie
Broddelen
Dyslexie
Meertaligheid (kinderen)
Meertaligheid (volwassenen)
Taal
Taal
is...
“Het geheel van de door de
spraakorganen, op basis van het taalvermogen voortgebrachte tekens waarvan de mens gebruik maakt, om zijn gedachten te articuleren, zijn wereld te ordenen en te communiceren”
(van Dale).
Taal zorgt ervoor dat wij met elkaar contact kunnen hebben, onze gedachten en gevoelens kenbaar kunnen maken en duidelijk kunnen maken wat we willen en denken. Voor ieder mens is
taal dus een cruciaal hulpmiddel. Wanneer iemand problemen heeft met taal, staat dit een goede communicatie in de weg. Dit kan allerlei gevolgen hebben, zoals gedragsproblemen. Werken aan taal is
dus werken aan een betere communicatie.
Mensen zijn overigens de enige levende wezens op aarde die met taal communiceren.
Stoornissen
De belangrijkste taal georiënteerde stoornissen zijn:
Ook het meertalig opgroeien kan voor taalproblemen zorgen als er sprake is van taalzwakte.
Taalontwikkelingsstoornis (TOS)
Wat is een taalontwikkelingsstoornis?
Kinderen met een taalontwikkelingsstoornis hebben moeite om zich te ontwikkelen op het gebied van taal. Ze vinden het bijvoorbeeld moeilijk om woorden en klanken te onthouden. Wat de oorzaak is van een taalontwikkelingsstoornis dat weten we nog niet precies, maar mogelijk ligt een deel van het probleem in de hersenen.
Een taalachterstand is iets anders dan een taalontwikkelingsstoornis. Alle kinderen met een taalontwikkelingsstoornis hebben een taalachterstand. Maar niet alle kinderen met een taalachterstand hebben een taalontwikkelingsstoornis.
Een taalachterstand ontstaat soms ook als een kind te weinig te maken krijgt met taal in de eerste levensfase, bijvoorbeeld:
Een kind dat weinig met taal in aanraking komt leert eigenlijk nooit goed praten. Dat heeft niets te maken met een probleem in de hersenen.
Taalontwikkelingsstoornis herkennen: Herken de signalen van een TOS
Ongeveer 7% van de kinderen heeft een taalontwikkelingsstoornis. Dat komt neer op twee kinderen per klas. Hoe je een taalontwikkelingsstoornis herkent lees je hier. Bekijk ook de handige
video.
Sommige kinderen brabbelen of praten weinig tot niet op een leeftijd waarop dat wel normaal is. Een reden om aan de bel te trekken. Een taalontwikkelingsstoornis herken je aan:
Niet ieder kind met een taalontwikkelingsstoornis heeft last van al deze problemen. Soms wisselen de symptomen per levensfase.
Doe de SNEL test op www.kindentaal.nl: www.kindentaal.nl/snel-test
Vertraagde spraak- en taalontwikkeling
Wat is een
vertraagde spraak- en taalontwikkeling?
Men spreekt van een vertraagde
spraak- en taalontwikkeling wanneer een jong kind in zijn spraak en taal duidelijk achterblijft bij leeftijdgenootjes. Het kind spreekt (nog) niet of opvallend minder; het spreekt in onvolledige,
kromme zinnen; het spreken is minder goed verstaanbaar en soms begrijpt het kind niet goed wat er gezegd wordt.
Een vertraagde spraak- en taalontwikkeling kan samenhangen met andere stoornissen zoals slechthorendheid of een algehele achterstand. Maar het komt ook voor dat het kind slecht spreekt zonder dat
er een duidelijke oorzaak voor gevonden wordt.
Een vertraging in de spraak- en taalontwikkeling geeft problemen: het kind wordt door de omgeving niet begrepen en het kan zich niet goed uiten. Dit kan tot gedragsproblemen leiden: het kind wordt opstandig en driftig als het niet begrepen wordt of het gaat zich juist steeds meer terugtrekken. Ook het leren op school kan moeizamer verlopen.
Wat doet de
logopedist?
De logopedist
onderzoekt uitgebreid de taal en de spraak van het kind. Daarbij wordt ondermeer gebruik gemaakt van gestandaardiseerde testen. Verder onderzoek en eventueel behandeling door een kinderarts of
kno-arts kan nodig zijn.
De logopedische
behandeling is indirect en/of direct. Bij een indirecte therapie instrueert en begeleidt de logopedist de ouders of verzorgers in de manier waarop ze het kind tot spreken kunnen stimuleren. Bij
de directe logopedische behandeling staat de wisselwerking tussen kind en logopedist centraal. De logopedist traint het taalbegrip en verbetert het luistergedrag; er wordt gewerkt aan de
woordenschat, de zinsbouw en de uitspraak. Bij kinderen die nog niet of nauwelijks spreken krijgen de voorwaarden om tot spreken te komen aandacht: het gebruiken van taal voor een bepaald doel,
het imiteren van een ander, het oogcontact , het nemen van beurten. De ouders of verzorgers worden zoveel mogelijk bij de behandeling betrokken.
In de therapie wordt rekening gehouden met de totale ontwikkeling van het kind, de eventuele bijkomende problemen en de mogelijkheden in de omgeving van het kind.
Het resultaat van de behandeling hangt onder andere af van de oorzaak van de vertraagde ontwikkeling. In het algemeen geldt dat een vertraagde spraak- en taalontwikkeling goed te behandelen is, zeker als de problemen al op jonge leeftijd onderkend worden. Al voor hun tweede jaar kunnen kinderen bij de logopedist terecht.
Het onderzoek en de behandeling van een vertraagde spraak- en taalontwikkeling worden als regel vergoed door de ziektekostenverzekeraars, na verwijzing door huisarts of medisch specialist.
Afasie
Afasie is een
taalstoornis die ontstaat door een hersenletsel in de linker hersenhelft. Dit wordt meestal veroorzaakt door een beroerte (CVA), maar kan ook ontstaan door een hersentumor, een ongeval of een
andere aandoening in de hersenen. Bij sommige mensen zit het taalsysteem in de rechterhersenhelft. Als zij hersenletsel oplopen in de rechterhersenhelft kan er ook een afasie optreden. Afasie
komt het meest voor bij volwassenen en ouderen. Maar ook kinderen en jongeren kunnen hersenletsel oplopen met een afasie als gevolg.
Door afasie ontstaan er problemen met het spreken, het lezen en het schrijven. Samen geven deze talige problemen stoornissen in de communicatie. De ernst en omvang van de afasie zijn onder andere afhankelijk van de plaats en de ernst van het hersenletsel, het vroegere taalvermogen, iemands persoonlijkheid en zijn algehele gezondheid.
Sommige mensen met afasie kunnen wel goed taal begrijpen, maar hebben moeite met het vinden van de juiste woorden of met de zinsopbouw. Het komt regelmatig voor dat een afasiepatiënt een ander woord zegt dan hij bedoelt. Ook komt het voor dat afasiepatiënten juist wél veel spreken, maar wat zij zeggen is voor de gesprekspartner niet of moeilijk te begrijpen. Zij hebben vaak grote problemen met het begrijpen van taal. Tijdens een gesprek vangen ze bijvoorbeeld alleen trefwoorden op en bedenken zelf het verband hiertussen. Vooral bij ingewikkelde zinnen levert dit misverstanden op.
Lezen en
schrijven
Naast het spreken
en begrijpen kunnen er problemen zijn met het lezen en schrijven. Het lezen van een boek of het volgen van een ondertiteling op de televisie is vaak moeilijk en soms onmogelijk. Schrijfproblemen
maken het bijvoorbeeld moeilijk om boodschappen te noteren bij het telefoneren.
Het herstel van de taal- en spraakproblemen vindt voornamelijk plaats in de eerste drie tot zes maanden na de beroerte. In deze periode is veel logopedische therapie belangrijk.
Wat doet de
logopedist?
De logopedist zal
eerst een onderzoek afnemen naar het begrijpen en uiten van de gesproken en geschreven taal. Zij gaat na hoe de communicatie van de patiënt met zijn omgeving (partner, familie) verloopt. De
resultaten worden met de patiënt en zijn familie besproken. De logopedist geeft verder voorlichting en adviezen.
De behandeling is gericht op de individuele problematiek. Er worden oefeningen gedaan om het begrijpen, spreken, lezen en schrijven te verbeteren. Ook wordt de patiënt en zijn directe omgeving geleerd hoe zij op een andere manier met elkaar kunnen communiceren. Het kan zijn dat een communicatiehulpmiddel zinvol is. Dan zal de logopedist hierover adviseren en begeleiding bieden.
Meer informatie over afasie
www.zorgwijzer.nl/zorgwijzers/beroerte
www.afasiecentrum.nl
www.hersenletsel.nl
Broddelen
Broddelen is een stoornis in het spreken. Je herkent het aan de niet-vloeiende of aritmische, moeilijk verstaanbare spraak. Opvallend zijn een slappe uitspraak en een hoog spreektempo, het
ineenschuiven van woorden, bijvoorbeeld ‘tevisie’ in plaats van 'televisie'. Ook stopwoordjes, snelle woordherhalingen en klankherhalingen zijn signalen van broddelen. Daarnaast komen
moeilijkheden met het formuleren van gedachten voor. Dit geldt ook voor schriftelijke formuleringen.
Broddelen kan samen gaan met hyperactiviteit en een slechte concentratie, dit hoeft echter niet. De luisteraar zal de persoon die broddelt vaak slecht verstaan en reageren met: "Wat zeg je?". De spreker merkt wel dat er iets mis is met zijn spreken, maar hij weet niet precies wat. Broddelen is een stoornis in de communicatie.
Doordat er herhalingen van woorden en klanken zijn lijkt het broddelen soms op stotteren. Een verschil met stotteren is dat de broddelaar zijn herhalingen en onduidelijkheden in het spreken niet opmerkt, de stotteraar meestal wel.
De oorzaak van broddelen ligt aan een onvoldoende rijping van het centraal zenuwstelsel. De spraak- en taalontwikkeling verloopt daardoor niet evenwichtig. De volle omvang van het probleem wordt pas duidelijk rond het zevende jaar, als de periode van de spraak- en taalontwikkeling voltooid is.
Op latere leeftijd kan broddelen iemands carrière nadelig beïnvloeden, wanneer er hogere eisen aan de spreekvaardigheid gesteld worden. Dit geldt dan vooral voor mensen die broddelen en een spreekberoep hebben, zoals verkoper.
Wat doet de
logopedist?
Kinderen die broddelen worden in eerste instantie behandeld door een logopedist. In een later stadium kan een remedial teacher ingeschakeld worden, als er ook
problemen zijn met de schoolse vaardigheden. Deze zogenaamde risicokinderen vertonen een late of vertraagde spraakontwikkeling; broddelen komt dan ook in de familie
voor.
Bij (jong)volwassenen richt de behandeling zich vooral op bewustwording van de eigen spraak, uitspraaktraining, training in correct formuleren en ritme- en intonatietraining. Het resultaat van de behandeling hangt af van de ernst van het broddelen, doorzettingsvermogen, concentratievermogen en motivatie.
Dyslexie
Mensen met dyslexie hebben moeite met lezen en/of spellen. De definitie van dyslexie volgens Stichting Dyslexie Nederland (2008): 'een hardnekkig probleem met het aanleren en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau'.
Moeilijkheden met lezen en spellen geeft problemen met veel schoolse taken. Voordat kinderen leren lezen en spellen kunnen er al problemen zijn met de spraak- en/of taalontwikkeling. Specifieke risicofactoren voor dyslexie in de eerste jaren van de basisschool kunnen door (gespecialiseerde) logopedisten goed worden gesignaleerd en begeleid.
Wat doet een
logopedist?
Logopedisten zijn
deskundig op het gebied van diagnostiek, indicatiestelling en behandeling van spraak- en taalstoornissen. Hiermee onderscheiden zij zich van de andere beroepsgroepen die zich met dyslexie bezig
houden, bijvoorbeeld orthopedagogen en remedial teachers. Dit is in het bijzonder van belang omdat zij kennis hebben van de diagnostiek en begeleiding van factoren die met dyslexie samenhangen,
zoals fonologie (herkennen van klanken) en oproepsnelheid.
Logopedisten zijn vaak al in een vroeg stadium betrokken bij kinderen met dyslexie. Soms is er nog helemaal geen sprake van een kind dat in het leerproces vastloopt, maar zijn er wel al
risicofactoren te signaleren. Goede begeleiding in een vroeg stadium ( onder andere met klanken en letters werken) kan dyslexie weliswaar niet voorkomen, maar wel de uitingsvorm ervan verkleinen.
Dat de behandeling door een (gespecialiseerde) logopedist een grote bijdrage kan leveren aan het voorkomen van leesproblemen en het verminderen van het gevolg ervan staan buiten
kijf.
In de behandeling wordt samengewerkt met de ouders en de school van het kind. Ook wordt rekening gehouden met de totale ontwikkeling van het kind en eventueel bijkomende problemen.
Logopedie wordt door de zorgverzekeraar vergoed. Lees- en spellingproblemen hebben vaak verband hebben met logopedische stoornissen. Informeer hierover bij de logopedist.
Meertaligheid bij kinderen
Wat
is meertaligheid?
Men spreekt van twee- of
meertaligheid wanneer kinderen tijdens hun ontwikkeling in aanraking komen met meer dan één taal. Het gaat hierbij om kinderen van ouders met verschillende moedertalen, die vanaf de geboorte
tweetalig worden opgevoed. Daarnaast gaat het om kinderen van anderstalige ouders die thuis hun moedertaal leren en in kindercentra of op school het Nederlands als tweede taal.
Meertalige kinderen kunnen een
spraak- en taalachterstand hebben in het Nederlands. Wanneer er een stoornis of achterstand is in de eerste taal, zal ook de tweede taalontwikkeling verstoord verlopen. Tengevolge van een
wisselend, gebrekkig of onvoldoende taalaanbod in een bepaalde taal is de meertalige ontwikkeling soms een moeilijk proces. Een taalachterstand resulteert vaak in een leerachterstand waardoor de
schoolcarrière van deze kinderen gevaar loopt. Immers alle lessen worden aangeboden in taal.
Ook de uitspraak kan problemen geven, waardoor een kind moeilijk verstaanbaar is voor anderen. Dit kan resulteren in angst om te spreken en sociale isolatie.
Vroegtijdige onderkenning van de taalproblemen in de voor- en vroegschoolse periode en begeleiding van de kinderen en hun ouders, bevordert de taalontwikkeling en verbetert de kansen van deze kinderen.
Wat doet de
logopedist?
Indien er sprake
is van een spraak- en taalstoornis, is er logopedische begeleiding nodig. Deze begeleiding richt zich op communicatieproblemen en verstaanbaarheid in het Nederlands en de moedertaal. Voor dit
laatste is samenwerking met de omgeving vereist. De hulp van een tolk wordt ingeroepen als dit nodig is om goed te communiceren met de omgeving van het meertalige
kind.
Logopedisten kunnen een
bijdrage leveren aan de preventie en bestrijding van spraak- en taalontwikkelingsachterstanden bij meertalige kinderen tot 12 jaar. Bijvoorbeeld door:
Op dit moment wordt de logopedische behandeling van meertalige kinderen met een stoornis in de eerste taal vergoed door de zorgverzekeraars. Het Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenbeleid kan de preventieve activiteiten zoals deskundigheidsbevordering bekostigen.
Meertaligheid bij volwassenen
Wat is communicatie
en verstaanbaarheid?
Communicatie is het contact
tussen mensen. Wanneer het gaat om communicatie tussen anderstalige en Nederlandse volwassenen, is een goede kennis van de Nederlandse taal niet het enige dat belangrijk is.
Het verstaanbaar spreken en het in acht nemen van de geldende communicatieregels vormen een essentieel onderdeel van het communiceren in een andere
taal.
Verstaanbaar Nederlands
spreken kan voor allochtone volwassenen en jongeren die de Nederlandse taal leren een probleem zijn. Tot 12 jaar kan een mens accentloos een tweede taal leren spreken, vanaf 12 jaar is dit veel
moeilijker.
De juiste toepassing van woordklemtonen, zinsklemtonen, zinsintonatie en zinsritme helpen de verstaanbaarheid vergroten.
Sommige klanken en klankcombinaties in het Nederlands kunnen door mensen die het Nederlands als tweede taal leren moeilijk worden uitgesproken. Welke klanken dit zijn hangt af van de eerste
taal.
Communicatie verloopt in elke cultuur volgens eigen cultuurbepaalde regels en gedragscodes. In Nederland is het bijvoorbeeld beleefd iemand aan te kijken, in Aziatische landen is dat juist niet beleefd. Sommige mensen zijn zo onzeker over het communiceren in het Nederlands dat ze heel zacht of onduidelijk spreken of soms zelfs niets durven zeggen.
Een goed ademgebruik bij het spreken kan problemen geven. Sommige anderstaligen zijn in hun moedertaal niet gewend om langere woorden of zinnen uit te spreken: hun adem is "op" wanneer ze pas halverwege het woord of de zin zijn. Soms kan men lange woorden of zinsconstructies niet onthouden en dus niet goed uitspreken, omdat men in de moedertaal gewend is in korte woorden en zinnen te praten.
Wat doet de
logopedist?
De logopedist is
deskundig in het begeleiden en verbeteren van de communicatie en verstaanbaarheid van anderstalige volwassenen.
De lessen Nederlands als tweede taal worden onder meer aangeboden op Regionale Opleidings Centra, Internationale Schakelklassen en particuliere taalinstituten. De logopedist maakt deel uit van de
sectie NT2 op deze instellingen. De logopedist kan daarnaast ook zelf trainingen communicatie en verstaanbaar spreken verzorgen, zowel voor groepen als individuele
cursisten.
Een belangrijke succesfactor is dat de directe familie/omgeving van de anderstalige de Nederlandse les steunt en de anderstalige aanmoedigt. De logopedist kan ook dit proces begeleiden.